SV | En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand den priester zal gegeven hebben, zal zijne zijn. |
WLC | וְאִ֥ישׁ אֶת־קֳדָשָׁ֖יו לֹ֣ו יִהְי֑וּ אִ֛ישׁ אֲשֶׁר־יִתֵּ֥ן לַכֹּהֵ֖ן לֹ֥ו יִהְיֶֽה׃ פ |
Trans. | wə’îš ’eṯ-qŏḏāšāyw lwō yihəyû ’îš ’ăšer-yitēn lakōhēn lwō yihəyeh: |
En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand den priester zal gegeven hebben, zal zijne zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand den priester zal gegeven hebben, zal zijne zijn.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!